Zoek
Sluit dit zoekvak.
admin

24 tips als je voor het eerst een wedstrijd gaat fietsen

Sinds een paar jaar fiets ik regelmatig wedstrijden. Vanuit het peloton hoor je regelmatig gezeur en gezeik over de startende wielrenners. Die ‘kunnen niet sturen’, ‘houden zich niet aan de regels’, ‘snappen het spelletje niet’ en andere opmerkingen die je naar je hoofd geslingerd krijgt als je voor het eerst in een (trainings)koers gaat rijden. Vandaar dat het een goed idee is om voorbereid naar je eerste wedstrijd te gaan door onderstaande tips goed tot je te nemen:

1. Hoe je moet sturen

Ervaren renners zaniken altijd op jonge en nieuwe renners in het peloton, omdat zij niet kunnen sturen en voor onnodig gevaarlijke situaties zorgen. Nu is dit niet altijd het geval, maar de meeste nieuwe coureurs moeten echt wel even wennen aan de snelheid, fietsen al snel boven hun macht en maken daardoor nog wel eens een stuurfoutje of tikken met hun pedaal de grond aan. Hiermee jagen ze coureurs die al langer rondrijden de stuipen op het lijf, want iedereen heeft er al wel eens bij gelegen en is doodsbang voor een valpartij. Niemand heeft zin in de plakkende lakens aan zijn dijbenen, de te kleine pleisters en bezoekjes aan dokters en fysiotherapeuten.

Laat dit je niet ontmoedigen, want je moet ergens beginnen, maar wees er op voorbereid dat een peloton vol met angstige mensen zit, die desondanks het gevaar opzoeken. Een ongelukje zit in een klein hoekje en als onervaren peloton rijder moet je gewoon twee keer zo goed opletten. Rijd het parcours daarom altijd van te voren en schat de bochten in. Neem de lastige bochten minimaal één keer op volle snelheid om in te schatten hoe je hem aan moet snijden. Voorbereiding is het halve werk en hier zal je als beginner veel tijd in moeten steken.

2. Genoeg drinken

Tijdens een wedstrijd fiets je al snel met een gemiddelde van rond de 40 kilometer per uur. Dat is een flinke inspanning en hierdoor zweet je in een korte tijd erg veel. Drink voor de start van de wedstrijd dus voldoende water en zorg voor één volle bidon tijdens de wedstrijd.

3. Zorg dat je goed getraind bent

Kom sowieso nooit ongetraind naar je eerste wedstrijd. De eerste voorwaarde voor het meerijden met een wedstrijd is dat je hard kunt fietsen, wat overigens niet per se betekent dat je een goede coureur bent. Zorg er dus voor dat je in ieder geval voldoet aan die ene voorwaarde, want dat is iets waar je zelf van te voren invloed op hebt.

4. Haal alles van je fiets

Maar dan ook echt alles. In een wedstrijd mag je alleen je bidonhouders laten zitten. Je zadeltasje, spatbord, lampjes en andere fratsen sloop je er van te voren vanaf. Dit is vooral vanwege de veiligheid en als het tijdens de wedstrijd wordt gezien, neemt de jury per direct uit koers.

5. Verwacht dat je wordt uitgescholden

Er wordt een hoop gescholden in een peloton. Dit verschilt van gefrustreerde renners tot scheldkanonnades tegen de elementen. Als nieuwkomer in het peloton kan het nogal intimiderend overkomen als degene in je wil roept dat je ‘verdomme dat gat dicht moet rijden anders rijd ik je de berm in’. Uiteraard rijd je dat gat dicht, maar dat hoef je niet altijd te doen. Misschien mag de beste man (of vrouw) zelf ook eens de handen uit de mouwen steken.

6. Je rijdt de wedstrijd niet uit

Neem één ding aan. Je eerste koers rijd je niet uit (in ieder geval niet in het peloton) en als je dat wel doet dan rijd je een niveau te laag. Als je zo ver mogelijk wilt komen anticipeer dan op het stramien dat iedere wedstrijd volgt:
-De eerste paar rondes/kilometers gaan knetterhard
-Dan valt het een tijdje stil en komen er demarrages
-De laatste paar rondes gaat het weer knetterhard

7. Draag een helm!

This goes without saying. In een wedstrijd is het verplicht, maar er zijn op de een of andere manier toch altijd idioten die hun helm vergeten of denken dat het niet nodig is. Gratis tip: kies een ietwat aerodynamische helm, dat bespaart je weer een aantal watts!

8. Zorg dat je genoeg van te voren eet

Net als drinken moet je ook genoeg eten. De motor moet genoeg brandstof hebben om te presteren. Er is in ieder geval één stelregel: Eet niet binnen twee uur voor de start van de koers. Een biefstuk en een bord pasta een half uur voor de koers is dus geen goed idee! Een gelletje met wat extra suikers kan echter geen kwaad.

9. Maak geen onverwachte bewegingen

Een peloton beweegt zich als een slang over het asfalt, als jij als eenling uit dat patroon stapt veroorzaak je gegarandeerd een valpartij. Kijk dus goed voor je om te zien hoe de patronen in het peloton lopen. Houd het wiel voor je en als je op het laatste moment een put of ander obstakel tegenkomt, pak dan je stuur stevig vast en vang de klap zelf op zonder anderen in gevaar te brengen.

10. Zorg voor tenminste een startlicentie

Voor een paar euro per jaar heb je een startlicentie van de KNWU. Deze heb je bij de meeste verenigingen nodig om mee te mogen rijden met clubwedstrijden en wedstrijden in de funklasse. Zorg dus in ieder geval dat je deze hebt, vaak mag je niet starten zonder startlicentie in verband met verzekeringen en de veiligheid. Het is daarnaast zeker de moeite waard om lid te worden van de club waar je vaak te gast bent, dan kun je ook direct het clubtenue bestellen en ‘hoor je er echt bij’.

Ga je echt koersen, overleg dan met je club in welke categorie je kan starten. De klasse boven de funklasse heet sportklasse. Daarboven zitten de amateurs en daar weer boven de elite renners.

11. Blijf niet te lang wachten met je eerste wedstrijd

Je bent nooit klaar voor je eerste wedstrijd. Een koers leer je pas rijden door het te doen. Wacht dus niet tot morgen maar schrijf je vandaag in bij de wielervereniging bij jou in de buurt!

12. Neem geld mee

Ik fiets nu zo’n tien jaar bij mijn club, en nog steeds kom ik regelmatig uitgepiert over de finish na een clubwedstrijd. Wat kleingeld voor een colaatje achteraf is dus nooit mis. Bovendien moet je vaak cash betalen bij inschrijving, deze kosten variëren per koers tussen de 2 en 10 euro. Je kunt niet bij iedere club gemakkelijk pinnen. Cash geld is dus vaak de beste optie.

13. Wees voorbereid op slecht weer

Het kan echt ieder moment gaan regenen in de lage landen. Vergeet dus in het voor- en najaar niet om een regenjas mee te nemen.

14. Neem een droog ondershirt mee voor na de race

Als je op de fiets naar huis gaat kun je het beste een droog ondershirt aandoen, zodat je niet verkouden wordt op de terugweg.

15. Scheer je benen een dag van te voren

Benen scheren hoort er bij, maar doe het wel op het juiste moment; Een dag voor de koers dus. Hierdoor heb je geen irritatie op de dag van de koers.

Alles weten over je benen scheren? Lees ons artikel over het scheren van je benen.

16. Maak geen onnodige last-minute aanpassingen aan je fiets

Dit is nergens voor nodig en kan er alleen maar voor zorgen dat je raar op je fiets gaat zitten. Het is heel verleidelijk om zo kort voor de koers nog snel je zadel 1mm hoger of lager te zetten. De ervaring leert dat je dit beter een paar dagen daarvoor kan doen zodat je kunt wennen aan de nieuwe instellingen van je fiets.

17. Neem reservespelden mee

Één van de grote charmes van het fietsen van een koers is het opspelden van je rugnummer. In principe krijg je altijd vier spelden bij je rugnummer, waarmee je het nummer goed vast kan maken. Het kan alleen zo zijn dat er een speld kapot is of dat je bijvoorbeeld het nummer liever met zes spelden vastmaakt. Neem daarom altijd een paar reservespelden mee, zodat je niet voor verrassingen komt te staan.

18. Rij een proefrondje (of drie)

Als je een parcours voor het eerst rijdt moet je dit sowieso doen. Krijg een gevoel met de bochten en kijk waar het zwaarste gedeelte is. Let ook goed op de wind en bepaal in welke positie in het peloton je moet plaatsen om uit de wind te zitten.

19. Start zo ver mogelijk vooraan

De beste positie in een peloton is vooraan in het bolletje van het peloton. Hier zit je net voor de drukte, maar wel vol uit de wind. Vooral de eerste paar kilometers gaat de koers erg hard en je kunt dan maar beter vooraan zitten, zodat je je op lastige plekken strategisch een paar plaatsen kan laten zakken. Die plekken moet je natuurlijk ook weer opschuiven op een handige plek.

20. Wees niet bang om vragen te stellen

Als je met een domme vraag een valpartij kunt voorkomen, stel die vraag dan gewoon. Fietsers zijn over het algemeen sociale wezens en zullen je vraag altijd helpen beantwoorden. Op deze manier heb je direct wat contact in het peloton!

21. Blijf in het wiel van je voorganger.

Heb je voor een bocht net iets te veel geremd? Rijd dan je eigen gat dicht dat je hebt laten vallen, als je het gevoel hebt dat je de energie niet meer hebt om dit te doen laat het peloton dan gewoon lopen. De meeste valpartijen ontstaan doordat mensen boven hun macht in het peloton fietsen en dus te laat reageren.

22. Kijk voor je

Het asfalt of de derailleur van je voorganger kan een mooi richtpunt zijn, maar kijk alsjeblieft voor je. Zo kun je anticiperen op bochten en de bewegingen in het peloton.

23. Roggel niet op anderen

Het tellen van het aantal roggels in een midweeks peloton van amateurwielrenners is nog moeilijker dan het schatten van het aantal haren op je hoofd (tenzij je kaal bent). Door de inspanning komt er veel snot en slijm vrij die deskundig via de luchtwegen (neus of mond) uit het lichaam worden geblazen. Het is dus geen probleem om hier aan mee te doen, maar denk wel even aan je medemens en plaats je fluim niet op de bovenbenen van de coureur achter je maar in de berm of een leeg stuk asfalt. Dit geldt overigens ook voor ervaren wedstrijdrijders!

24. Schrijf je van te voren in

Voor sommige wedstrijden moet je je van te voren inschrijven via de bond. In Nederland kun je je inschrijven via Mijn KNWU voor officiële wedstrijden. Voor een eerste koers zou ik echter aanraden om een clubkoers te rijden in de laagste klasse, hier kun je je ter plekke voor inschrijven.

Stay Connected
Latest News