Op de voorkant van dit boekje staat een mooie foto van Briek Schotte, volgens velen de laatste echte flandrien. Prachtig woord flandrien. Briek Schotte was niet alleen een renner uit de arbeidersklasse die harder kon afzien dan anderen, hij was wat mij betreft ook een groot denker. In dit boekje staan mooie oude foto’s uit de jaren vlak na de tweede wereldoorlog en geweldige quote’s van Briek Schotte afgewisseld met korte hoofdstukken over zijn leven.
– Mijn moeder is één keer naar mij komen kijken. In 1941. Het kampioenschap van Vlaanderen in Desselgem. Ze had veertig minuten gewandeld om mij te zien en ze had haar hoed opgezet. De hoed die ze later ook tijdens mijn bruiloft zou dragen. Ik heb die dag gewonnen en haar de bloemen gegeven. Later heb ik ook nog eens een wasmachine voor haar gereden. Vader is nooit naar me komen kijken. –
Al op jonge leeftijd was het voor Briek duidelijk dat hij coureur wilde worden. Van huis uit werd hij alles behalve gesteund en moest dus alles zelf uitzoeken en bepalen. Mede hier door ontwikkelde hij een enorme wilskracht en had hij duidelijk voor ogen hoe het leven er uit zo moeten zien. Hij was er een meester in om het leven te vergelijken met de koers.
– Ge moet leren content zijn met uzelf. ‘t Is zoals met een coureur. Op een velo moet ge weten wat ge kunt. Maar ge moet vooral weten wat ge niet kunt. –
Dit boek is geen biografie, geen levensverhaal. Briek was ook geen grote prater, maar als hij wat zei dan was het direct van betekenis en dat zie je in dit indrukwekkende boekje ook terug. Niet klappen maar trappen.