Wil jij gaan beginnen met wielrennen? Voor beginnende wielrenners kunnen de ‘regels’ en ‘etiquette’ op de fiets als overweldigend en angstaanjagend overkomen. Iedereen heeft een mening over wat je wel en juist niet moet doen. Wij weten in ieder geval wat je niet moet doen, als je onderstaande 24 dingen niet doet als je wilt beginnen met wielrennen dan kom je goed beslagen ten ijs ten opzichte van je nieuwe wielervrienden.
1. Te dure kleding kopen
Uiterlijkheden zijn belangrijk bij het wielrennen, minstens zo belangrijk als je benen. Maar zorg er voor dat het in verhouding tot elkaar staat. Het is als beginnende wielrenner nergens voor nodig om verschrikkelijk dure kleding te kopen, maar als beginneling met de nieuwste collectie van Rapha aankomen staat een beetje triest. Je looks zijn zo goed als je benen. Je benen bepalen wanneer je een stapje omhoog kan qua looks. Houd dit altijd in het achterhoofd bij de aanschaf van wielerkleding en zeker als je gaat beginnen met wielrennen.
2. Te laat uit je pedalen klikken
De meest hilarische, beschamende en gevaarlijke beginnersfout die er is. Het ziet er natuurlijk grappig uit als er weer een beginneling in de greppel ligt of voor een stoplicht omkukelt, maar bij zo’n val vanuit stilstand kan je lullige blessures en zelfs botbreuken oplopen. Hoewel je zonder sleutelbeenbreuk niet echt meetelt in het peloton is het niet de bedoeling dat je tijdens het eerste ritje al lid van de club wordt. Als je gaat beginnen met wielrennen dan is dit waarschijnlijk heel erg herkenbaar.
3. Wisselende tempo’s rijden
Maak van je nieuwe kilometerteller geen jojo, dit apparaatje moet ook een beetje wennen aan je snelheid. Als je gaat beginnen met wielrennen pak dan een rustig tempo op waarbij je een lage hartslag hebt en voer het langzaam op tot een tempo dat je wat langer dan twee minuten vol kunt houden.
4. Een kettingtattoo zetten
Dit is de enige tattoo waarvoor je niet naar de tattooshop hoeft. Je herkent de beginnende wielrenner direct aan een paar zwarte schakels op je kuit die er zitten omdat een racefiets geen standaard heeft en hij dus zomaar tegen je been aan kan leunen.
5. Fietsen met een camelbak
Hoe verleidelijk het ook klinkt, een fietser is geen kameel. Wij moeten ons water uit een bidon lurken. Zo’n gekke rugtas met waterzak is hooguit voor mountainbikers toegestaan. Voor startende wannabe wielrenners een absolute no-go.
6. Een tocht van 100 kilometer rijden
Begin eens met een ritje van 30 kilometer. Kijken of je dat binnen het uur kan. Waarschijnlijk niet, maar wie niet waagt blijft maagd. Een uurtje fietsen is voor de eerste keer lang genoeg, de tweede keer kun je eens 50 kilometer proberen en daarna kun je je gemiddelde snelheid op rondjes van 50 kilometer opbouwen. Na een paar maanden kun je de kilometers opvoeren en als je er klaar voor bent (je weet zelf het beste wanneer dat is) stap je voor een hele dag op de fiets om 100 kilometer te fietsen.
7. Draag een helm!
This goes without saying.
8. Een outfit dragen van een profteam uit het EPO tijdperk
Net als een uitsloverig dure outfit is het ook not-done om een niet-passend (en dus wapperend) shirt aan te trekken dat je nog in de kast hebt liggen vanuit de tijd dat Michael Boogerd nog touretappes won. De beginneling wordt hier direct door herkent en niemand wil met je fietsen. Wat je het beste kunt dragen is een zwarte broek en een neutraal shirt. Hiermee hoef je niets te bewijzen.
9. Onverwachtse bewegingen maken
Als je gaat beginnen met wielrennen is het erg leuk om je omgeving te ontdekken. Voor je mede weggebruikers is het wel zo fijn als je gewoon voor je kijkt en niet bij iedere molen, landgoed of koe je hoofd om draait waardoor je midden op de weg fietst. Of erger nog, jezelf in de greppel rijdt. Als je even iets wilt bekijken, zoek dan een rustige plek waar je af kan stappen en het natuurschoon rustig kunt bekijken.
10. Zonder handen fietsen
Safety first. Zonder handen op het stuur is je fiets onbestuurbaar, zeker als je net bent begonnen met wielrennen. Mannen die hun edele delen recht willen leggen kunnen dus het best even langs de kant stoppen. Kun je er direct een plasje mee plegen.
11. Oordoppen in je oren
Het is niet zo dat je ploegleider informatie over het parcours in je oren schreeuwt, oordoppen in je kop zijn dan ook volledig overbodig! De enige manier waarop we zelf muziek luisteren is met de onze Aftershockz hoofdtelefoon, met deze hoofdtelefoon kun je zowel je muziek als je omgevingsgeluid horen. Ideaal dus.
12. In een groep rijden
Je eerste rondje kun je het beste alleen rijden. Met vrienden een sociaal rondje doen is inderdaad gezelliger, maar beter van niet. De dynamiek van in een groep rijden is enorm en de fenomenen uit de wind zitten en kop-over-kop rijden zijn lastig om in één keer onder de knie te krijgen.
Lees hier het artikel over de gedragsregels van het fietsen in een groep
13. Geniet van de afdaling
Een afdaling is de beloning van het klimmen. Mocht je onverhoopt zo’n Nederlandse molshoop tegenkomen op je eerste rit zorg er dan voor dat je tijdens het afdalen maximaal geniet. Laat de wind langs je oren suizen en stuur behendig langs putten en hobbels. Het is ten zeerste af te raden om te bunny hoppen in een afdaling, je kunt er heel erg lelijk mee vallen.
14. Remmen in een afdaling
Helemaal niet remmen in een afdaling is misschien wel het domste dat er is. Je gaat misschien wel snel, maar de kans is groot dat je uit de bocht vliegt! Remmen kun je het beste doen doen voor de bocht en niet in de bocht. Op langlopende stukken kun je te touwtjes laten vieren en eventueel bij trappen.
15. Een onderbroek onder je wielerbroek
Dat Bauke Mollema zijn eerste ritje maakte met zijn boxershort aan betekent écht niet dat jij dat ook mag. Als je uitgelachen wilt worden doe dan dit.
16. Vergeet je eten en drinken niet
Wanneer je voor het eerst gaat fietsen zal je versteld staan hoe kapot moe je kunt worden van een uurtje fietsen. Tijdens het opbouwen van het seizoen heb ik inmiddels meer dan eens de beginnersfout gemaakt om te weinig eten en drinken mee te nemen waardoor ik met een hongerklop een buurtsuper binnen moest strompelen op zoek naar een colaatje en een chocoladereep. Sindsdien neem ik altijd een reep meer mee dan ik denk nodig te hebben.
17. Bijdehand zijn gaat niet helpen
Als wielrenners ergens een hekel aan hebben is het wel een grote mond. Kom dus niet aan met stoere praatjes over je nieuwe (dure) fiets, je nieuwe (dure) kleding, je (hoge) gemiddelde snelheden, je (lage) hartslag en meer. De meeste wielrenners zijn daar namelijk niet zo snel van onder de indruk. Probeer eerst maar eens het wiel van je voorganger te houden. Naarmate het beter gaat kun je een keer je benen laten spreken, dan komt het opscheppen vanzelf. Als je daar behoefte aan hebt.
18. Naar het verkeerde blad schakelen
Hé, shit. Een viaduct. Misschien moet ik deze maar eens op het binnenblad nemen’. Zomaar een gedachte die tijdens een eerste rit naar boven kan komen. Zorg er dan niet voor dat je per ongeluk naar je buitenblad schakelt waardoor je van traagheid omver valt. Probeer op een vlakke weg het schakelen eigen te maken. Na een paar ritjes heb je het zo onder de knie!
19. Aanhaken bij een groep
In principe fiets je je eerste tocht alleen, maar mocht een groep je inhalen en waarbij je aan kunt haken vraag dan aan een van hen of het ok is dat je een stukje mee rijdt. In geen enkel geval zal dit een probleem zijn, maar het is wel zo netjes om even aan te geven dat je een stukje mee lift. Mocht je in de gelegenheid zijn dan wordt het gewaardeerd als je mee op kop komt en je bijdrage aan de groep levert.
Lees hier ons artikel met alle etiqeutte op de racefiets
20. Een goede fietspomp
Een goede fietspomp kost geld. Trek een goed budget uit voor de aanschaf van een goede fietspomp. Eentje van de HEMA zal niet voldoen. Eentje van je lokale fietsenmaker wel. Nu we het daar toch over hebben; altijd zo veel mogelijk bij je lokale fietsenmaker kopen. Zij kunnen je net dat beetje extra service geven en persoonlijk advies. Moeilijker verkrijgbare onderdelen of wielerkleding kun je net zo goed online bestellen.
21. Een bel op je fiets
Als we iemand willen inhalen roepen we netjes en ruim op tijd Achter!’ zodat de opa of oma die in de baan fietst tijd genoeg heeft om op zij te gaan. In het voorbij gaan bedanken we als ook weer netjes door Danku!’ te roepen. Een bel kost alleen maar gewicht en brengt mensen aan het schrikken. Als je dan toch een bel wilt monteren is dat het mooiste om te doen met een zogenaamde HideMyBell.
22. Oliën
Ook al is je fiets net nieuw en zou alles het perfect moeten doen, bedenk altijd maar dat een spuitje WD-40 wonderen doet op alle bewegende onderdelen. Als het goed is heeft je fietsenmaker de ketting goed geolied afgeleverd, als dat niet zo is smeer hem dan in en onderhoud hem goed.
23. Weten hoe ver je kunt gaan
Zoals gezegd moet je wel op tijd stoppen als je voelt dat je je ene been niet meer voor de andere krijgt. Het mooie van fietsen is dat je altijd een excuus hebt om een koffiestop te maken. Maak daar dan ook gebruik, degene die jou je koffie geeft heeft geen idee of het al je tweede of derde stop is. Gewoon cool het terras oplopen en bestellen. Zo krijg je direct een goede indruk van de verschillende koffietenten in de omgeving!
24. Kennis van de wieleretiquette
Zorg er voor dat je pas op de fiets stapt nadat je de wieleretiquette kent.