admin

24 dingen die je niet moet doen tijdens het klimmen

Voor veel mensen is het beklimmen van een echte berg een grote droom. Maar waar moet je nu rekening mee houden als je dit nog nooit gedaan hebt? In dit artikel staan de 24 dingen die je in ieder geval niet moet doen om jouw beklimming tot een succes te maken!

1. Zonder specifieke training de berg op gaan

In Nederland is het heel lastig trainen is voor het hooggebergte, hoewel je rond Arnhem, de Veluwe, de Utrechtse Heuvelrug, op bepaalde plekken aan de grens met Duitsland en uiteraard in Limburg prima hoogtemeters kunt maken is het verstandig om voor je een ‘echte berg’ op fietst eens een kleintje op te fietsen. Dit kun je doen door een fietsvakantie op Mallorca te boeken, maar het is ook een optie om bijvoorbeeld naar de Eifel of de Vogezen te rijden en je daar een weekend voor te bereiden door langere klimmen omhoog te rijden. Voorbereiding is het halve werk en het voordeel van fietsen is: hoe meer je het doet, hoe beter je wordt.

2. Met te weinig eten en drinken op pad gaan

Ook al ga je de Alpe d’Huez beklimmen en verwacht je er ‘maar’ en uurtje over te doen; neem gewoon een paar repen mee. Tijdens een klim verbrand je zo veel calorieën dat je er maar beter voor kunt zorgen dat je voldoende voorraad hebt. Ook al eet je niet tijdens de klim is het verstandig om boven iets te eten zodat je geconcentreerd aan de afdaling kunt beginnen.

3. Verschillende beentempo’s aanhouden

Als het een lange klim is kun je het beste zo snel mogelijk één ritme aanhouden. Over het algemeen wordt een beentempo van 90 omwentelingen per minuut als normaal gezien, maar dit kan per persoon verschillen. Armstrong had de techniek om met een beentempo van boven de 110 te fietsen, dit hoef je niet te kopiëren, want het is lastig, maar het schijnt wel te zorgen voor een lagere belasting van de spieren.

4. De hele klim zitten

Tijdens de klim is het verstandig om de meeste tijd te zitten, op deze manier kun je een zware inspanning het langste volhouden. Maar als je op de pedalen gaat staan ben je in staat om tot 30% meer energie over te brengen op je trappers en spreek je andere spiergroepen aan waardoor je zorgt voor ontlasting van je bovenbenen. Zorg er goed voor dat je niet te lang in het rood fietst en jezelf opblaast. Je kunt bijvoorbeeld strategische tussenversnellingen plaatsen, vlak voor een stukje afdaling of juist door op een steil stuk te staan en je cadans te behouden.

5. De hele klim staan

Eerlijk is eerlijk: Staand klimmen ziet er heel erg gaaf uit, maar het kost ook enorm veel energie. De meeste mensen klimmen dan ook zittend in het zadel. Op deze manier zit je rustiger op de fiets en is het makkelijker om een evenwichtige cadans te vinden.

6. Geen helm dragen

This goes without saying. Ook bij het beklimmen van de berg gewoon je helm ophouden.

7. De hele tijd recht voor je kijken

Niet alleen tijdens het dalen is het belangrijk om goed op te letten; Kijk tijdens het klimmen goed vooruit, let op het verkeer om je heen en kijk door de bochten heen. Als je ‘in the zone’ zit kan het je gebeuren dat je geconcentreerd bent, maar een hele smalle tunnelvisie hebt. Profwielrenners rijden op een afgesloten parcours, wij fietsen op de openbare weg en zijn dus onderdeel van het verkeer. Als je even niet oplet rijd je zo aan de verkeerde kant van de weg, waar auto’s en fietsers met hoge snelheid naar beneden komen. Probeer de tunnel te voorkomen door de kilometerbordjes langs de weg te tellen of je te richten op bepaalde ijkpunten op de berg.

8. Het verzet van Santiago Botero monteren

Ik krijg pijn aan mijn knieën als ik naar deze beelden van Santiago Botero kijk, waar hij tijdens de Tour de France van 2002 met een enorm verzet Les Deux Alpes op fietst. Hij wint dan wel grandioos, maar ik ben bang dat hij inmiddels tien knie operaties heeft gehad. Zorg er dus voor dat je genoeg grote kransjes achter hebt. Mentaal is het heerlijk als je nog een kransje over hebt. Monteer dus zeker een bergverzet. Fietsen doen we overigens wel met een dubbel/compact en niet met een tripple. Zoals een wijs man mij eens leerde: Een drietje is voor een mietje.

9. Je op laten naaien door je vriend die voor je fietst

Het zal heus voor komen dat een vriend beter kan klimmen dan jij. Je kunt dat gewoon accepteren of de volgende keer harder trainen om hem te lossen.

10. Halverwege de klim omdraaien

Er moet wel iets heel ernstigs gebeurd zijn om halverwege een klim in de remmen te knijpen en terug te gaan naar je hotel of camping. Maak een berg altijd af, ook al doe je er de rest van de dag over. Klimmen doet pijn. Klimmen is afzien. Het kan heel verleidelijk zijn om er maar gewoon mee te kappen, maar dit is geen optie. Maak af waar je mee begint.

11. Zonder voorbereiding de beklimming doen

Doe altijd je huiswerk voordat je een berg gaat beklimmen. Wat gaat het weer doen? Hoe warm/koud is het op de top. Welke eikpunten zijn er in de klim? Waar zit het steilste stuk? Waar kun je uitrusten? Waar is het mooiste uitzichtpunt? Is er een plek waar ik mijn bidons bij kan vullen? Via welke weg ga je naar beneden? Zit daar ook nog een klim in? Allemaal vragen waar de antwoorden heel nuttig van zijn en je alleen maar kunnen helpen.

12. Veel stoppen

Ik ben geen tegenstander van het stoppen tijdens een klim. Iedereen fietst op zijn eigen niveau, in mijn ervaring kun je beter 1 minuutje stoppen om bij te komen en van het uitzicht te genieten dan per se te willen doorfietsen. Als het puntje bij paaltje komt zal je ongeveer even lang over de beklimming doen, al kom je met een korte stop frisser boven. Probeer het stoppen te beperken tot een minimum, zoals maximaal één keer per 10 kilometer. Om naar iedere bocht van alpe d’huez toe te sprinten en vervolgens in elke van de 21 haarspeldbochten stil te gaan staan is geen porem.

13. Bang zijn voor de klim

Angst is nooit een goede raadgever en zeker niet als je een berg gaat beklimmen op de fiets. Ik heb mensen bergen zien op fietsen waarvan ik nooit gedacht had dat ze dat zouden kunnen. Een beetje zelfvertrouwen kan dus geen kwaad! Een berg kan angst inboezemen, maar als je de klim opdeelt in delen valt het vaak wel mee.

14. Oordoppen in je oren doen

Er zijn drie redenen om geen oordoppen in je oren te doen: 1. Het is gevaarlijk. 2. In de bergen heb je geweldig omgevingsgeluid, zoals watervallen, beekjes en vogels. Het is zonde om die niet mee te krijgen. 3. Het is niet zo dat Nico Verhoeven informatie over het parcours in je oren schreeuwt, oordoppen in je kop zijn dan ook volledig overbodig!

15. Op het steilste gedeelte schakelen

Schakel altijd voor een haarspeldbocht en niet IN de haarspeldbocht. Zie je dat het steiler gaat worden? Anticipeer dan alvast door lichter te schakelen, zo voorkom je dat je tijdens een zware inspanning zit te hannesen met je versnellingsapparaat.

16. Met een slecht onderhouden fiets de berg op gaan

Als je zelf niet precies weet hoe je jouw fiets netjes moet onderhouden, zorg er dan op zijn minst voor dat de lokale fietsenmaker naar je fiets heeft gekeken. Ik ben zelf wel eens eigenwijs geweest, waardoor ik er tijdens de klim achterkwam dat mijn achterderailleur mijn ketting niet in de lichtste versnelling kwam. Niet zo handig. Niet zo fijn.

17. Iedere binnenbocht van de haarspeldbochten willen pakken

Haarspeldbochten zijn een vloek en een zegen tijdens het klimmen. Ze kunnen je ongelooflijk uit je ritme halen, maar de buitenbochten kunnen je spieren ook net even de nodige ontlasting brengen. Bovendien heb je vanaf een haarspeldbocht vaak een fantastisch uitzicht over het dal. Als je gaat stoppen is een haarspeldbocht een goed moment, want naast het uitzicht kun je ook weer redelijk gemakkelijk op je fiets stappen.

18. Met negatieve gedachten klimmen

Zelfvertrouwen en positieve gedachten zijn cruciaal voor een goede beklimming. In plaats van bezig te zijn met de pijn en de afstand kun je beter een leuk liedje, een leuk moment of andere positieve gedachten in je hoofd hebben. Accepteer dat tegen een berg op fietsen zwaarder is dan met wind mee in de polder. Als je mentaal goed bent voorbereid ben je tijdens het klimmen beter in staat om te focussen op je doel: Het fietsen naar de top, het liefst zo snel mogelijk.

19. De berg onderschatten

Een berg kan dodelijk zijn. Letterlijk en figuurlijk. Niet om je bang te maken, maar jaarlijs vallen er honderden wielrenners in een ravijn. Een beetje respect voor de berg kan dus geen kwaad. Zoals gezegd is het belangrijk om je huiswerk te doen.

20. Een verkeerde fietshouding gebruiken

Voorkom dat je gaat ‘sleuren’ tijdens het klimmen, dat is alleen maar verspilde energie. Probeer zo veel mogelijk met gebogen armen te klimmen en houd je handen losjes op de remgrepen of het midden van je stuur. Houd je rug recht en zorg er voor dat je op steile stukken voldoende druk op je achterwiel houdt. Dit voorkomt het wegslippen van je achterwiel. Als je cadans omlaag gaat vanwege het stijgingspercentage grijp dan op tijd om terug te schakelen.
Als je niet goed op je fiets zit is het misschien handig om een bikefitting te doen.

21. Zonder hartslag monitor de berg op gaan

Wat mij betreft is het geen probleem dat er fietsers zijn die zonder technische hulpmiddelen fietsen. Prima, maar jullie missen het leukste deel van het fietsen, na het fietsen zelf dan: het analyseren van je ritten en zien waar je jezelf kunt verbeteren. Wat mij betreft is het niet de bedoeling dat je tijdens het klimmen continue je hartslag bekijkt, maar met een hartslagmeter kun je achteraf perfect bepalen op welke momenten je nu echt in het rood ging en waar verbeterpunten liggen voor een volgende beklimming.

22. Te veel in het rood rijden

Als je al een hartslagmeter hebt kun je precies zien waar en wanneer je in het rood gaat. Naar mate je de hartslagmeter langer gebruikt kun je goed inschatten hoe lang je een bepaalde inspanning vol kunt houden. Meestal verschilt je gevoel erg van de werkelijkheid. Je hartslag kan bijvoorbeeld veel hoger liggen dan je voelt, waardoor je denkt dat je nog over hebt, terwijl ieder moment de man met de hamer langs kan komen. Luister naar je lichaam en vertrouw op je hartslagmeter.

23. Te veel bagage mee omhoog nemen

Het is niet voor niets dat er dit soort foto’s van Chris Froome bestaan. Het is bijna eng om te zien hoe dun de klimgeiten in het peloton zijn. Elke gram ballast moet mee omhoog en zorgt er voor dat je langzamer fietst. Denk dus goed na over welke accessoires je allemaal mee omhoog neemt. Bespaar niet op eten, drinken en een warm jack voor de afdaling. Bedenk je bijvoorbeeld of je echt twee binnenbanden mee moet nemen, of je armwarmers nodig zijn, of de regenjack nodig is, etc. Als er iemand met de auto achter je aan de berg op gaat kun je alles ben hem of haar droppen zodat je alle warme spullen op de top kunt aantrekken. Op die manier ben je beter voorbereid op de (koude) afdaling.

24. Te snel starten

Mocht je ooit een clinic hebben gevolgd of ook maar iets gelezen of gehoord hebben over klimmen, dan zal dit het eerste advies zijn geweest. Vandaar dat deze dooddoener in deze lijst onderaan staat.

nl_NLNL